Bureau Bronckhorst

Rechtbank: Bronckhorst handelde niet goed in zaak Stapelbroek

Herman Stapelbroek is een betrokken burger die na zijn pensioen de politiek in gaat. Hij wordt lid van Gemeente Belangen Bronckhorst, maar zijn politieke carrière is van korte duur. Nadat Stapelbroek de burgemeester attendeert op een mogelijke integriteitsschending van een ambtenaar, wordt hij zelf onderwerp van een integriteitsonderzoek en schuldig bevonden.

De gemeente liet namelijk een onderzoek naar zijn integriteit uitvoeren door Hans van den Heuvel, voormalig hoogleraar integriteitswetenschap aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Uit het onderzoek van Van den Heuvel blijkt dat Stapelbroek als privépersoon gebruik heeft gemaakt van vertrouwelijke informatie die hem als commissielid bekend was. Op basis van die informatie nam de gemeenteraad een motie van treurnis aan over Stapelbroek, waarop zijn partij GBB hem terugtrok als commissielid.

Om eerherstel te krijgen spande Stapelbroek een zaak aan tegen de gemeente. In deze zaak deed de Rechtbank Gelderland woensdag uitspraak: Bronckhorst heeft steken laten vallen in de zaak, Stapelbroek kreeg niet genoeg tijd om het rapport van Van den Heuvel te bestuderen en er met zijn advocaat op te reageren, voordat het aan de gemeenteraad werd voorgelegd.

De brief waarin Stapelbroek reageerde op het rapport, werd door de gemeente niet voorgelegd aan de gemeenteraad. ‘Dit had ze wel moeten doen. In de brief van de advocaat worden argumenten aangevoerd tegen de uitkomst van het onderzoek waaraan niet zo maar voorbij gegaan kan worden’, aldus de rechtbank.

De rechtbank benadrukt dat juist in dit soort zaken, waarin de integriteit van personen in het geding is, uiterst zorgvuldig gehandeld moet worden: ‘De rechtbank sluit niet uit dat de onderzoeker tot een andere uitkomst zou zijn gekomen als hij - voordat hij het rapport uitbracht, de brief met de reactie van het commissielid op zijn rapport had gelezen’.

De gemeente heeft volgens de rechtbank onjuist gehandeld: het rapport werd besproken in een openbare vergadering van de gemeenteraad. ‘Dit gebeurde zonder aan de onderzoeker te vragen wat hij vond van de reactie van het commissielid op het rapport’. Ook plaatste de gemeente voorafgaande aan die openbare vergadering het rapport op haar website, maar niet de reactie van het commissielid daarop.

De rechtbank vindt dat de gemeente daarmee op een selectieve manier informatie heeft verstrekt. ‘Zo kan de algemene opinie op een eenzijdige manier worden beïnvloed.’ De gemeenteraad had het rapport van Van den Heuvel niet mogen goedkeuren zonder in te gaan op de argumenten die Stapelbroek en zijn advocaat in hun brief noemen.

Onderzoeksjournalist Joost Wilgenhof dook eerder in de zaak en maakte er een radioprogramma voor de NTR over. Wilgenhof verbaast zich vooral over de rol van de raad: 'Er is geen enkele inhoudelijke vraag gesteld, geen enkele kritische vraag. Als raad wil je toch wéten wat in dit geval het eigen belang was van Stapelbroek?'

(bron: De Stentor)